maandag 13 juni 2016

Persbericht


Dit keer wil ik het met u hebben over meten. Bedenk, dat in de natuurkunde zo’n beetje alle uitspraken en verklaringen door meten en nog eens meten zijn verkregen of geverifieerd. Voordat je een experiment opzet, moet je natuurlijk wel weten wat je wilt meten, en hoe en waarom. We noemen dit “de onderzoeksvraag”. Dat is belangrijk, want voor langdurige en kostbare experimenten is veel geld nodig.

Persen

Nu was ik zelf erg nieuwsgierig naar de vraag hoeveel procent sap je uit een sinaasappel kunt halen. Ik had er geen idee van en besloot dat dan maar eens te gaan meten. Als je daarover nadenkt, stapelen de problemen zich aardig op: Hoe precies moeten de resultaten zijn;  maak het uit of je pers- of handsinaasappelen hebt; is het seizoensafhankelijk; wat voor  sinaasappelpers heb je,  is het winkelafhankelijk; wil je de uitkomsten in volumeprocenten of in gewichtsprocenten. Kortom, vragen te over als je zo’n experiment wilt beginnen.
Het eerste wat ik heb gedaan, is gewoon een zak sinaasappels bij de Albert Hein (AH) aan de Molenweg kopen en wat gaan proberen. Zo heb ik een sinaasappel in het water gegooid en geconstateerd dat hij drijft. Logisch, want er zit veel lucht in de schil, terwijl het sap ongeveer even zwaar is als water. Maar het is onmogelijk om het sapdeel uit het drijfvermogen te halen.

Fouten in wegen

Ik besloot om de vruchten te wegen met een keukenweegschaal, de boel uit te persen en zowel het sap als de restschil te wegen. Het  gewicht van sap+schil moet dan gelijk zijn aan het gewicht van de totale sinaasappel. Maar: is die keukenweegschaal wel betrouwbaar? Je moet nu twee dingen controleren: klopt het aantal grammen dat op de schaal staat en levert de weegschaal iedere keer dezelfde waarde als je hetzelfde gewicht erop zet (dat heet reproduceerbaarheid). Het zal verder duidelijk zijn dat je een sinaasappel niet met een personenweegschaal of brievenwegertje moet wegen. Je past je meetmiddelen aan het meetobject aan. Na wat proberen besloot ik tot een meetfout van 3%.
Voor het echte experiment heb ik 153 sinaasappels uitgeperst, waar bij het het handigst was om vooraf de sinaasappels te wegen en achteraf de restschil. Gewoon het minste geknoei. Naast die 153 stuks heb ik ook nog gemeten aan citroenen, handsinaasappels, mandarijnen en persmandarijnen. Nu kun je een sinaasappel maar één keer uitpersen, terwijl zo’n persing ook niet zo’n precies proces is. Ook hier moeten we een foutenmarge inbouwen. Die heb ik gesteld op 4%. De totale meetfout kunnen we berekenen door de wortel uit de som van hun kwadraten te nemen. Dus (3x3)+(4x4)=25. De wortel uit 25 is 5%. Dus als ik de opbrengst van de sinaasappel bepaal dien ik rekening te houden met een fout van 5%. Als ik 100 gram weeg zou het ook 95 of 105 gram kunnen zijn geweest.

Uitbijters

Nog meer problemen: Stel ik tref een rotte sinaasappel. Dat wil nog wel eens voorkomen als ze te lang op de fruitschaal in de zon liggen of als je niet hebt opgelet aan de kassa. Je moet zo’n vrucht dan weggooien. We zijn nu bij het probleem aangeland of we zo’n vrucht bij de metingen moeten betrekken of niet. Ik besluit: niet meenemen in je metingen en niets noteren. We noemen dit uitbijters in de waarnemingen reeks. Zo’n rotte sinaasappel draagt niet bij aan mijn onderzoeksvraag, maar wel aan de kwaliteit van de vruchten.

Resultaten

Wat zijn de resultaten:
153 Perssinaasappels, gekocht bij AH tussen oktober 2015 en januari 2016 in netten van 2 en 4kg, leveren een gemiddelde gewichtsopbrengst van: 0,48. Dat is nog niet de helft. Als je dit vergelijkt met handsinaasappels, dan blijkt het dat je daarvan 0,70 gedeelte van het gewicht verorbert. Maar dat is een oneerlijke vergelijking, want daar eet je het minder stugge vruchtvlees wat je bij de persvrucht wegsmijt. Dus dat is appels met peren vergelijken, zeg maar. Citroenen daarentegen leveren 0,39 en persmandarijnen 0,45 gewichtsdeel.
In de figuur heb ik het resultaat van al die 153 wegingen weergegeven, door de gewichtsopbrengst uit te zetten tegen het gewicht van de sinaasappel. Van iedere sinaasappel kun je precies zien wat de gewichtsopbrengst is. De ononderbroken blauwe lijn geeft de gemiddelde gewichtsopbrengst (0,48) weer en de zwarte verticale lijntjes die meetfout van 5%.
Een andere interessante waarneming is om te kijken naar de verschillen van de opbrengst van de sinaasappels. Je kunt dit per net of over alle 153 sinaasappels bekijken. Om die spreiding te bepalen, kijk je naar de afwijkingen van het totaal gemiddelde. Soms is het wat meer, soms wat minder. Zou je die afwijkingen optellen, dan komt daar altijd nul uit. In de statistiek kijk je daarom naar het gemiddelde kwadraat van die afwijkingen. We noemen dit de deviatie (afwijking) van een set waarnemingen. Die spreiding is dus het gevolg van variaties in de schildikte, grootte van de sinaasappel, uitdroging, de meetfout en de reproduceerbaarheid. En dan vergeet ik er vast nog wel een paar. De verwachting is dat er een flinke deviatie zal optreden. Ik vond een absolute spreiding op van 0,04 op het gemiddelde van 0,48 (dus een krappe 10%).
In de figuur is die afwijking weergegeven door de blauwe stippellijnen boven en onder het gemiddelde.

In de grafiek is bij iedere sinaasappelmassa (gram) de gewichtsopbrengst (verhouding) gegeven (oranje bolletjes). De blauwe lijn is het gemiddelde, de onderbroken lijn geeft de afwijking van het gemiddelde. De verticale zwarte streepjes zijn een maat voor de geschatte meetfout.    

Wat opvalt is, dat de opbrengst niet afhankelijk is van het gewicht van de sinaasappel. Zowel bij lichte als zware sinaasappels blijft de opbrengst redelijk constant.

Persberichten

Stel nu, dat ik de Gelderlander zou bellen om mee te delen hoe goed of slecht de vruchten van de Grootgrutter zijn, dan moet ik natuurlijk uit zo’n meting een zo sensationeel mogelijk bericht destilleren, zonder de waarheid geweld aan te doen. Het gebeurt dagelijks.
Zo kan ik schrijven:

  • Meer dan 50% van een AH perssinaasappel gaat verloren aan restafval.
  • Neerlands Grootgrutter verkoopt sinaasappels aan haar consumenten waarvan de opbrengst lager ligt dan 42%
  • De opbrengst van perssinaasappelen bij AH is per netje redelijk stabiel en blijft net onder de 50%
  • Als AH beter zou inkopen zou een verbetering in pers opbrengst van zeker 10% gehaald kunnen worden.
U begrijpt je kunt de retail maken of breken met de resultaten zodra je daar een waarde oordeel aan toekent of de metingen niet relativeert.
Ieder proces tegen AH zou ik overigens verliezen, want ik heb mijn weegschaal niet geijkt en heb maar een korte tijd geperst op een persoonlijke handpers. Het laat zien hoe moeilijk het is om metingen betrouwbaar te doen waar iedereen wat aan heeft. Daar hebben we een (objectieve?) Consumentenbond voor. In ieder geval weet ik nu voor mezelf dat ik van 2kg sinaasappels gemiddeld bijna een liter sap overhoud. Of haal ik nu volume en gewichtsprocenten door elkaar……?

Bronnen en middelen: 11 netten perssinaasappelen van de AH aan de Molenweg (met nog wat andere citrusvruchten voor de vergelijking). Een digitale keukenweegschaal (merk: EKS 8240CR). Een handpers (Merk: OrangeX juicer). Excel rekensheetprogramma. En geduld.
Illustratie: Joop van Eck
Dick is een experimenteel fysicus (meten, meten, meten) die vòòr zijn industrietijd laserlicht heeft verstrooid aan latex  bolletjes en vloeibare kristallen.