Geen mens trekt zich iets aan van onze natuurkundige
standaard voor afstand/lengte: de meter (1m). Of het nu gaat om het passen van
schoenen, werken in de bouw of rijden in het verkeer, iedereen doet maar wat.
Ik probeer een beetje orde te scheppen in de chaos van
mijn schoenmaat 41 (??m), de duim (??m), de el (??m) en de roede (??m). De Standaard
De Metro Cattolico (0,9938m), zoals die in het begin heette,
is bedacht door Tito Livio Burattini in 1675. De meter was gelijk aan de lengte
van een slinger, die in een seconde van links naar rechts gaat (zie voetnoot). De seconde was weer
gekoppeld aan de draaisnelheid van de aarde en dat was te doen, want in een dag
zitten 24x60x60 seconden en dat kun je geduldig uittellen bij een constante
slingertijd. Dit vond men niet
nauwkeurig genoeg en men bedacht in Frankrijk dat de meter het 1/10,000,000
deel moest zijn van de meridiaan afstand door Parijs tussen de noordpool en de
evenaar. Dat leverde destijds na heel veel meten een stuk edelmetaal op dat in
Parijs werd neergelegd en daar "heilig" werd verklaard.
De Engelsen en de Nederlanders waren tegen Frankrijk en dus
tegen de meter en die definieerden daarom hun eigen standaard. Zo hadden we
hier de Rijnlandse Roede (3,767358m), waarvan de afstand destijds was
gedefinieerd tussen twee inkepingen aan de deurpost van het stadhuis in Leiden.
Het Hoogheemraadschap van Delft gebruikte deze maat om Waterschapsbelasting te
heffen op het grondoppervlak van de boeren. Iedere streek had zo zijn eigen
roede, el of duim en dat ging prima zolang je maar niet te ver van huis ging.
Op dit moment is de standaardmeter opnieuw gekoppeld aan de
tijd en wel via de lichtsnelheid. De meter is gelijk aan de afstand die het
licht in vacuüm in 1/299.792.458 seconde aflegt. Dat lijkt ingewikkeld, maar
met behulp van atoomklokken en lasers is de meter zeer nauwkeurig in een laboratorium
te "maken" en hoef je niet meer naar Parijs om te ijken.
Andere Maten
Alleen al in Nederland had je afhankelijk van welke afstand
je wilde meten tientallen maten, die allemaal streekgebonden waren.
Als wandelaar vind ik "Een Uur Gaans" (5000m) wel
een van de mooiste. Maar ook de Duim (Amsterdamse (0,0257393636m),
Nijmeegse (0,027m), Rijnlandse (0,0261m), de Rijpse (0,024m) mag er zijn.
Vanaf 1820 werd de duim gekoppeld aan de inch (0,0254m). Veel timmerlieden en
loodgieters werken nog met duimse spijkers of pijpen, aangegeven door een trema
(").
Met de komst van de spoorwegen was het toch wel handig om de
spoorbreedte duidelijk vast te leggen. Met 1,435m werd het normaalspoor al in
1827 door de Engelsen vastgelegd voor de stoomtreinen. Voor de trams lagen de
rails wat dichter bij elkaar. Onze Hese tram lag bijvoorbeeld op smalspoor van 1,067m
(Kaapspoor, vernoemd naar de Kaapprovincie in Zuid-Afrika).
De Engelsen hebben zich eigenlijk nooit iets van de
Europese normen aangetrokken met hun foot (0,3048m), yard (0,9144m), fathom (Vadem=1,8288m)
en landmijl (1,609344m). Ze spreken nog steeds van hun "imperial"
eenheden stelsel en daar zijn ze nog trots op ook. Denk niet dat de Engelsen de
enigen waren met andere maten, in heel de wereld kenden we wel zo'n twintig
soorten mijlen, waarvan de zeemijl (1851,85m) het bekendst is. Die zeemijl hangt overigens nauw samen
met de coördinaten van de aarde en is precies de afstand van een boogminuut
langs een meridiaan en dat was en is nog steeds een handige eenheid voor de
schippers.Schoenen
Er is niets zo veranderlijk als de mode en de menselijke maat.
Je hebt dunne, dikke, korte en lange mensen met lange of korte benen met grote
of kleine voeten. Als je rijk was liet je een kleermaker komen. Hij mat je
maten in Nijmeegse duimen of ellen en maakte de jurk of broek in jouw maat. Als
je arm was trok je een zak over je hoofd en dat paste ook altijd. Met de komst
van confectie in de 19de eeuw brak de hel los, ieder land hanteerde zijn eigen
kleding- en schoenmaten en eigenlijk is dat nog steeds zo.
Ik beperk me even tot schoenen (bij kleding is het nog
erger). De lengte van de voet in centimeters bepaalt je Nederlandse schoenmaat
(SNL) als volgt:
SNL = 3/2 x
(voetlengte in cm + 1,5cm) (steken)
De schoenenindustrie wil deze verwarring natuurlijk zo
houden, je moet wel naar een schoenenwinkel om te zien waar het met je voet
naar toe moet, daarom heb ik een grafiekje gemaakt, die het verband aangeeft
tussen je voetlengte (die je van grote teen tot hiel tussen twee rechtopstaande
plankjes meet) en je schoenmaat in steken (zie grafiek).
Bronnen
Wikipedia: Zoek op Schoenmaat (en lees voor meer de Engelse
versie), idem voor de meter en spoorwijdte.
De formule voor SNL zelf moeten corrigeren in
Wikipedia
De formule voor de slingertijd vind je in ieder
natuurkundeboek terug
Illustratie:Joop van Eck
Voetnoot: Voor de fijnproever: Voor de slingertijd T van een
slinger geldt: T=2π x √(L/g), waarbij L de lengte van de slinger en g de zwaartekrachtconstante.
Burattini nam de halve slingertijd van 1 seconde, dus neem T=2sec. Met
g=9,81m/sec2 volgt dan de lengte L=9,81/ π2=0,9938m en die ligt inderdaad mooi dichtbij de
huidige meter.