Toen ik mijn oude Saab nog had, heb ik het een keer gewaagd om op de Duitse Autobahn op een rustige zondagmorgen het gaspedaal eens wat dieper in te drukken. Kortom, kicken bij honderdtachtig kilometer per uur. Maar toen ik weer wilde afremmen, had ik het gevoel dat er niets gebeurde. Een lichte paniek overviel me, totdat ik me realiseerde dat het bij die snelheden tamelijk lang duurt voordat je stilstaat. Dit keer over de remweg en de stabiliteit van fietsen en vette elektrische in het bijzonder.
Remweg en energie.
Een voertuig met een zekere massa heeft bij een bepaalde snelheid een energie. We noemen dat de snelheids- of kinetische energie. Die energie is evenredig met de massa en dubbelevenredig (kwadratisch) met de snelheid. Het is je trap- of motorvermogen, dat ervoor zorgt, dat je die snelheid en dus die energie bereikt. Ga je (eigen gewicht van70 kg) met een fiets van 20 kg op pad dan krijg je een energie van 1390 Joule bij 20km/h en 5560 Joule bij 40 km/h. In grafiek 1 is dit voor zo’n fiets uitgezet *).
Grafiek 1: De energie als functie van de snelheid bij 90 kg
Er zijn op een fiets diverse manieren om tot stilstand te komen. De veiligste manier is met je naaf-, schijf-, velg- of trommelremmen, waarbij al de energie die je hebt in warmte wordt omgezet. Wil je wat ruiger, dan zorg je dat je wiel blokkeert, zodat je zwarte strepen op het wegdek trekt (slippen); dat is slecht voor je banden en het milieu.
Het wordt pijnlijker, wanneer je valt, en je fiets of je lijf tegen de grond schuurt, fiets beschadigd, broek kapot, schaafwond. Maar het kan nog pijnlijker wanneer je tegen een ander of een muur knalt, zodat in een nog kortere tijd die 5560 Joule in warmte en vervorming moet worden omgezet. Dat betekent in de meeste gevallen verwondingen aan je lijf en vooral je hoofd kan daar slecht tegen.
Het precies berekenen van de remweg is nog niet zo eenvoudig, omdat naast het remsysteem (schijf-, naaf-, velgrem) ook de reactietijd een rol speelt. Je kunt in een fractie van een seconde reageren, maar ook half zitten slapen op je fiets.
In een tweede grafiek **) heb ik de remweg van dezelfde fiets weergegeven, waarbij een reactietijd van een halve seconde is genomen en een optimale functionerende rem (geen slippende banden en een goed remsysteem).
Grafiek 2: De minimale remweg
Okay zul je zeggen, dan maar goed remmen, maar realiseer je dat bij hogere snelheden de remweg ook dubbelevenredig met de snelheid. En dat levert nogal eens inschattingsfouten op (zie mijn Saab), en daarmee botsingen.
Gyroscopen
Er is nog een ander verschijnsel dat fietsen met een vet exemplaar lastiger maakt, en dat is het gyroscopisch effect van draaiende wielen. Wanneer je een draaiend wiel van een fiets uit zijn draaiend vlak probeert te halen zal dat lastig zijn. Het is verbazend hoe vaak je dat effect tegenkomt in het dagelijks leven: draaiende tollen die blijven staan, gyrokompassen van schepen, de banen van planeten (die blijven mooi stabiel), onrust van een horloge of een klok, vliegwielen bij aandrijvende systemen.
Bij een fietswiel zorgt het stabiele vlak ervoor, dat je min of meer stabiel rechtdoor kunt blijven fietsen. Natuurlijk is er wel enige oefening vereist, maar iedereen in ons land kon al in zijn kleutertijd overeind blijven en daar heb ik in ieder geval nog steeds gemak van. De grootte van het gyroscopisch effect hangt samen met de massa, de straal en de draaisnelheid van het wiel. Snel draaiende wielen met de massa (van banden en velgen) ver van het middelpunt (“traagheidsmoment”) leveren het grootste effect. Hardrijdende fietsen met veel gyroscopisch effect, sturen zwaarder. Want bij het sturen van een fietswiel moet je het uit zijn vlak trekken. Wanneer je snel moet uitwijken zal dat dus bij een vet fietswiel een stuk zwaarder gaan dan bij een sportfiets. Het is ook één van de redenen waarom je bij zware elektrische fietsen (met voorwielmotor) gemakkelijker stuurfouten maakt wanneer je snel moet uitwijken voor een kat, een tak of een gat in de weg. Ook wielrenners zie je behoorlijke smakken maken als ze met een vaart van 80km/h (!) een berg afrazen.
Ouderen
Had je vroeger de Solex, tegenwoordig is de elektrische fiets je kameraad wanneer het allemaal wat “moeilijker” gaat. En hierin schuilen natuurlijk ook dezelfde gevaren als bij de vette fiets: zwaarder en sneller, terwijl het reactievermogen achteruitgaat. En realiseer je, dat je bij het fietsen altijd gang moet maken vanaf snelheid nul. Op dat moment draaien de wielen niet en heeft de fiets geen gyroscopisch stabiliteit. Je bent gewoon super instabiel voordat je aan de gang bent. Zeker op een kruising met verkeerslichten (ja, die bij de Kolping), moet je maar zien hoe je tussen al die bak-, snor- en stadsfietsen al slingerend richting spoortunnel komt en als je dan de helling af die tunnel in fietst mag je blij zijn dat er dan plotseling “geen hond” oversteekt, want met 30km/h “fietst” het best lekker om in Hees te komen. Onveilig? Gewoon een helmpje op, kost weinig en bespaart veel ellende.
De schrijver is natuurkundige en vindt klassieke mechanica zeker zo leuk als golfmechanica. Als het even kan neemt hij zijn oude lichtgewicht stadsfiets.
*): Voor het berekenen van de kinetische energie is gebruik gemaakt van de klassieke formule E= ½ m• v2, waar bij E de energie in Joule, m de massa in kilogram, en v de snelheid in meter/seconde
**): Voor het berekenen van de remweg S gebruik ik S= ( tr • v) + ½ v2 /(µ • g), waar tr de reactietijd in sec, v de aanvangssnelheid in m/s, µ de wrijvingscoëfficiënt voor remmende systemen op rubber banden (µ=0,7 voor een minimale remweg), g de zwaartekrachtsversnelling (9,81m/s2)
Bronnen:
Wikipedia (Eng.) en hulp van ChatGTP over hoek- en traagheidmomenten, gyroscopisch effect, remmen
Folders van diverse Vette Fietsen: totaalgewicht, wielgrootte, wielgewicht.
Tekening: Joop van Eck
Geen opmerkingen:
Een reactie posten